Cliché gedrag van de Amsterdamse toerist

Iedereen die (vooral) deze zomer in Amsterdam is geweest zal het beamen: in Amsterdam stikt het van de toeristen. Je kan eigenlijk de dam niet overlopen zonder dat je door iemands fotomoment loopt of struikelt over dromerige Amerikanen/Japanners/Chinezen/Duitsers/etc, die met open mond turen naar de gouden of zilveren gestalten die zogenaamd in de lucht lijken te zweven.

Terwijl ik vooral graag in Amsterdam kom om op een terrasje te zitten of productief te shoppen, wordt dat de laatste jaren eigenlijk steeds moeilijker door de hoeveelheid toeristen. Uit onderzoek blijkt dan ook dat de stad jaarlijks bezocht wordt door zo’n 7 miljoen bezoekers. En dat, terwijl Amsterdam ‘slechts’ 800.000 inwoners kent. Lees verder

Dikke pech, fiets weg!

In Nederland vind je zo’n 18 miljoen fietsen. Dat zijn de meeste fietsen per inwoner én per vierkante kilometer van de wereld. Maar er worden in Nederland ook heel wat fietsen gestolen. Ook dít percentage is het hoogste in Nederland. We doen er alles aan om onze fiets zo goed mogelijk te beveiligen. Soms geven we wel €80 uit aan een fietsslot. Maar helpt zo’n fietsslot wel? Want een fietsendief heeft soms slechts één minuut nodig om je fiets te stelen.

Volgens het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) is voor veel mensen de angst voor fietsdiefstal zo groot, dat ze liever de auto pakken. Een gestolen fiets leidt niet alleen tot grote ergernis en boosheid, het is ook nog eens heel vervelend. Frustraties lopen dan ook hoog op. Je moet ander vervoer regelen, lopen, op zoek naar een nieuwe fiets en daarbij is het natuurlijk de vraag hoeveel je daar aan uit wilt geven. Want als je zoveelste fiets gestolen is, is het dan nog wel de moeite waard om een fiets te kopen? Een goede, nieuwe fiets kost namelijk al gauw € 350.

Aangifte
Het CBS doet jaarlijks onderzoek naar fietsdiefstal en meldt dat er gemiddeld 700.000 fietsen per jaar gestolen worden. Maar onderzoek doen naar fietsdiefstal lijkt niet makkelijk. Zo is het lastig om te tellen, omdat er lang niet altijd aangifte gedaan wordt. De politie en gemeenten van Nederland benadrukken dan ook om áltijd aangifte te doen van fietsdiefstal. Alhoewel opsporing van je fiets vrijwel onmogelijk blijkt, vanwege het grote aantal gestolen fietsen. Alleen wanneer je fiets gechipt is ,is opsporing makkelijker.

Sommige fietseigenaren moeten regelmatig aangifte doen. Zoals Jasper Arts, die in twee jaar tijd zijn zesde fiets heeft aangeschaft. Allemaal wegens diefstal. Arts: ‘Vaak wordt mijn fiets al gestolen wanneer ik hem één nacht op het station laat staan. Het is ontzettend vervelend dat dat eigenlijk niet kan. Ik kan natuurlijk wel een fietskluis huren, maar ik ben student en zo’n kluis is niet te betalen.’ Maar Arts koopt keer op keer weer een fiets, want zo verplaatst hij zich nou eenmaal. De kosten reizen inmiddels de pan uit: ‘Ik probeer steeds een goedkope, lelijke fiets te kopen. Dan investeer ik zo’n €30 in de fiets en nog eens €20 in het slot. Dat hij lelijk is schijnt de dieven niks uit te maken. Ik kijk er al bijna niet meer van op wanneer ik hem niet meer terug vind. Gestolen, alweer. Het lijkt bijna een vloek’.

Georganiseerde criminaliteit
Het station lijkt een gewilde plek voor fietsdieven, maar dat is volgens de Fietsersbond een mythe. Het zijn juist de woonwijken waar fietsdieven toeslaan. Maar wie zijn die fietsdieven? Hugo van der Steenhoven, directeur van de Nederlandse Fietsersbond: ‘Het gaat om behoorlijk georganiseerde criminaliteit. De bendes verkopen de gestolen fietsen uit Nederland bijvoorbeeld door in het buitenland, zoals Parijs. Ze laden een partij fietsen in een busje terwijl er iemand op de uitkijk staat.’ Maar fietsdiefstal komt volgens Van der Steenhoven niet alleen in grote steden voor: ‘ Fietsdiefstal komt ook veel voor op het platteland, dat komt doordat er steeds duurdere fietsen komen, zoals de E-bike. Deze fiets wordt in de stad minder snel aangeschaft, omdat je fiets daar sneller beschadigd.’

Keurmerk
Volgens het Ministerie van Infrastructuur en Milieu kiest maar liefst 84 procent van de Nederlanders voor de fiets, omdat ze het een prettig en vooral betrouwbaar vervoersmiddel vinden. Toch lijkt het er bijna op dat elke fiets gedoemd is om gestolen te worden. Maar er zijn toch manieren om diefstal tegen te gaan. Tenminste.. als je er wat geld voor over hebt. Bij een dure fiets hoort een verzekering. En zo’n verzekering heeft als voorwaarde dat je een fietsslot hebt met een ‘ART’ keurmerk. En deze sloten zijn automatisch duurder.

Een fietsslot krijgt zo’n keurmerk van Stichting ART, wanneer hij door een uitgebreide test is gekomen. Hij wordt opengebroken door speciale slotenkeurmeesters en slotentesters, die maximaal drie minuten krijgen om het slot open te krijgen. Lukt het niet binnen drie minuten, met verschillende methoden? Dan is het ART keurmerk een feit. Helaas zegt zo’n keurmerk vooral wat voor de verzekeraars, want een junk heeft uiteindelijk alle tijd van de wereld.

Werkwijze
Volgens de Fietsersbond, gemeenten en politie is het goed om in de duurdere fietssloten te investeren. Goedkopere sloten zijn nou eenmaal niet effectief. Marc Beek is fietsslotenexpert en geeft regelmatig workshops om te laten zien hoe fietsdieven te werk gaan. Volgens Beek is het beter om te laten zien hoe makkelijk een fiets gestolen kan worden, in plaats van vertellen dat je een goed slot moet kopen.

‘Zo’n kabelslotje van €8 heb ik binnen een minuut open geknipt, met een simpel tangetje. Hoe sneller een slot open gemaakt kan worden, des te eerder je fiets uitgekozen wordt als slachtoffer van diefstal.’

Maar helaas zijn ook de wat duurdere sloten van €20 nog relatief makkelijk open te maken: ‘Er zit bij de kettingsloten vaak een beschermhoesje omheen. Daar zou ik met de betonschaar niet doorheen kunnen komen. Maar dat hoesje schuif je zo aan de kant. Even wat kracht zetten op de betonschaar en het slot is open’.

Advies
Het advies vanuit de experts komt meestal op hetzelfde neer: zet je fiets vast aan een object, haal het slot door zowel het voorwiel als het frame en gebruik twee verschillende soorten sloten. Want fietsdieven hebben meestal maar één soort gereedschap mee. Daarnaast is het verstandig om je fiets ‘in het zicht’ te zetten. Maar volgens Beek helpt ook dát niet meer. ‘Fietsdieven kunnen gewoon een hesje of jasje aantrekken waardoor het lijkt alsof je voor de gemeente fietsen verwijderd. Zo’n slijptol valt dan niet meer op’.

Dus hoe goed je slot ook is: als een dief het goede gereedschap bij zich heeft, of lijkt op iemand van de gemeente, is je fiets hoe dan ook het slachtoffer van de dief. Hoe vervelend dit ook is voor de eigenaar, de slotenverkopers vinden het misschien niet eens zo erg. Want als fietssloten geheel betrouwbaar en onkraakbaar zijn en er nooit meer een fiets gestolen wordt, koopt er ook niemand meer een slot. En daar wordt juist goed aan verdiend. Het advies vanuit Stichting ART is: koop een ringslot van minimaal €25 en een kettingslot of beugel van zo’n €20 tot €45 en je fiets is voorlopig even veilig. Maar dan is de fiets zelf nog niet eens betaald.

En zo blijft het een vicieuze cirkel. De fietsdief bedenkt slimmere manieren om fietsen te stelen, de eigenaar is boos en koopt een nieuwe fiets met een nóg beter slot en de slotenverkoper en verzekeraars zijn weer blij. Het is de vraag of het aantal fietsdiefstallen ooit teruggedrongen kan worden. Maar dat kan de fietsendieven en slotenmakers naar alle waarschijnlijkheid ‘gestolen’ worden.

 

 

Infographic door Rozanne Land

Hoe veilig is jouw fietsslot? (Infographic door Rozanne Land)

 

 

Stad van ijzer

Artikel voor ‘De Nieuwe Amsterdammer’ op  www.nieuwsenmedia.nl/kleuren

Amsterdam is dé fietsstad van de wereld. De binnenstad staat vol met fietsen. Zo staan er bij Amsterdam Centraal alleen al 10.000 fietsen geparkeerd. De fietsbel behoort tot het dagelijks stadsgeluid en fietsers krioelen door de straten en steegjes van onze hoofdstad. Er zijn zelfs meer fietsen dan inwoners: bijna een miljoen, meldt de gemeente. Maar de vraag is: hoe gaat Amsterdam om met al dat ijzer? 


De Amsterdammer fietst veel, dat is duidelijk. Maar de Amsterdammer fietst niet zomaar. Volgeladen fietstassen, bloemenslingers, kinderzitjes, bakfietsen en bierkratjes zijn tegenwoordig doodnormaal om in één zin met de fiets te noemen. Kijk om je heen in het centrum en de fiets is zowaar een lust voor het oog, kunstig bijna. Maar de fietsvoorzieningen blijven echter achter bij de enorme groei. Het gevolg: uitpuilende fietsenrekken, overvolle fietspaden en helaas ook veel ongelukken. Amsterdammers fietsen jaarlijks 2 miljoen kilometer. Genoeg kilometers dus voor flink wat kans op een fietsongeluk. Het zijn er zo’n 500 per jaar. Dat is zo’n 56 procent. Ruim de helft van deze ongelukken gebeurt tussen fiets en auto. Maar ook de Amsterdamse tram botst vaak met de fietser. In veel gevallen gaat het zelfs om toeristen.

Het fietsgebruik in Amsterdam groeide sinds de jaren ’90 met meer dan 40 procent. Bijna de helft van alle verplaatsingen met een vervoermiddel binnen de stad vindt plaats per fiets. Dit zijn dagelijks zo’n 490.000 fietsritten. En deze groei zet nog door. De gemeente wil hard investeren in de infrastructuur en veiligheid op fietsgebied. Uit het internationale ranking onderzoek van Mercer blijkt dat het wel goed zit met de infrastructuur in het centrum van Amsterdam. Maar Amsterdam geeft volgens Amsterdam City Index dan ook zo’n €12 miljard uit aan transport en bereikbaarheid in de stad. Dat lijkt veel, maar in het door de gemeente opgestelde ‘meerjarenplan fiets’ staat dat er tot 2040 nog zo’n €200 miljoen extra nodig is om te investeren in de fiets. De gemeente ziet het als een enorme investering, die van groot belang is om te doen. Want deze investering zal naar verwachting jaarlijks €20 miljoen besparen in het OV en nog eens €20 miljoen besparen aan auto-infrastructuur.

Amsterdam is redelijk tevreden over haar eigen fietsnetwerk. Maar vooral in het centrum is er vaak te weinig ruimte om ‘vrijliggende’ fietspaden aan te leggen. Daarom wordt er in de komende jaren zo’n 15 kilometer rood fietspad aangebracht, om de verkeersveiligheid te verbeteren. Ook worden er zogenaamde ‘plusnetten’ ingevoerd. Op de drukste fietsroutes in de stad krijgen de fietsers meer ruimte om te fietsen. Nauwe fietspaden zijn dan vooral op deze drukke fietsroutes eindelijk verleden tijd.

Toeristen op de fiets
Uit het Trendrapport Amsterdam Centrum blijkt dat er jaarlijks zo’n 11 miljoen toeristen naar Amsterdam komen. Deze bezoeken voornamelijk de binnenstad. De fiets is een perfect vervoersmiddel voor toeristen. Lekker goedkoop, makkelijk en goed om je een beetje ‘Amsterdams’ te voelen. Veel toeristen huren een fiets in het centrum. Op de Dam, het Leidseplein en Amsterdam Centraal Station worden de meeste fietsen verhuurd. De gemeente en deze fietsenverhuurders waarschuwen de Amsterdamse toeristen voor de gevaren van het fietsen. Maar deze waarschuwingen en tips worden niet altijd vermeld, serieus genomen of begrepen.

De ras-Amsterdammer is opgegroeid met de kennis van deze gevaren. Fietsen wordt er dan ook al met de paplepel ingegoten. Zo lijkt het vanzelfsprekend dat je oplet wanneer je vlakbij tramrails fietst. Want wanneer je met je fietsband tussen de rails belandt, kan je vervelend terecht komen. En dan is het vooral bidden dat er geen tram aankomt en ander verkeer je heeft zien vallen.

MacBike, een bekende fietsenverhuurder in Amsterdam, geeft een folder uit waarin de ‘Do’s en Don’ts’ van het fietsen in Amsterdam worden uitgelicht. Zoals het uitsteken van je hand bij het afslaan, uitleg van verkeersborden en wat algemene regels. Maar een folder met uitleg en ondersteuning is eigenlijk niet meer van deze tijd. Dat is wat Erik Romijn, bedenker van de ‘Bike like a local’ app, ook dacht.

Bike like a local
De app ‘Bike Like a Local’ is winnaar van ‘Apps for Amsterdam 2012’. Amsterdam wint in datzelfde jaar de World Smart Cities Awards, met een open data programma voor een beter bereikbare stad van de Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV). Marktpartijen kunnen met de informatie die de dienst beschikbaar stelt applicaties ontwikkelen waarmee gebruikers bijvoorbeeld de goedkoopste parkeerplaatsen kunnen vinden of realtime files zien op de hoofdroutes in de stad. Bike Like a Local bedenker en applicatie ontwikkelaar Erik Romijn werd door al die open data, deels afkomstig van het Amsterdams Fietsdepot en de gemeente Amsterdam, geïnspireerd voor zijn applicatie.

Romijn gaat op onderzoek uit en merkt dat vooral toeristen tekort worden gedaan in de binnenstad. Fietsen zou gemakkelijker moeten worden en al helemaal voor toeristen. Romijn: ‘De vanzelfsprekendheid waarmee de gewone Amsterdammer fietst, moet doorgevoerd worden in een applicatie. Dit om de Amsterdamse toerist zo dicht mogelijk in de buurt te laten komen van een gevorderde, veilige fietser’. Maar uiteraard ook voor de veiligheid van de rest van Amsterdam en Amsterdam centrum. Want ook Romijn let nét wat beter op wanneer hij achter een toeristenkudde fietst.

‘De Bike Like a Local applicatie helpt toeristen niet alleen alerter te worden op het verkeer en de gevaren, maar brengt ook alle fietsparkeerplaatsen en fietsverhuurders in kaart. Daarnaast helpt de applicatie je om je fiets weer terug te vinden, wanneer hij ergens in het centrum geparkeerd staat’, legt Romijn uit. En dat is hard nodig, want volgens Trendrapport zijn er bijna 8000 fiets parkeerplekken in de binnenstad en vooral bij het Centraal Station, nog zo’n 2800 plekken buiten de stallingen, zoals fietsrekken en zogeheten ‘nietjes’, de bekende fietshekjes.

Romijn spreekt veel toeristen over fietsen in de binnenstad en merkt dat veel toeristen weinig snappen van het dagelijks fietsverkeer: ‘De toeristen die ik heb gesproken zeggen dat ze fietsen in Amsterdam best lastig vinden. Ze kennen de verkeersregels amper, zien de verkeersborden niet en weten niet altijd hoe een fietspad werkt. In andere landen, zowel binnen als buiten Europa, zijn fietspaden namelijk lang niet vanzelfsprekend. Ook raken ze hun fiets kwijt in de stad. En dat begrijp ik heel goed. Ik heb zélf soms al moeite met het terugvinden van mijn fiets. En ik ken de stad toch best goed’. Maar naast de wat praktische strubbelingen komen er ook ernstigere zaken naar boven. ‘Er gebeuren best veel fietsongelukken met toeristen. Om dit, voor zover mogelijk, te voorkomen, ben ik aan de slag gegaan met de applicatie’.

Romijn vindt het heel belangrijk om deze toeristen te informeren. Sinds de lancering in 2012, is de Bike Like a Local applicatie nog niet genoeg gedownload, vindt hij. Daarom is Erik bezig met een uitbreiding. ‘Ik wil de applicatie uitbreiden met een soort interactieve fietstour op audio. Zodat de toeristen gewoon met beide handen aan het stuur kunnen blijven fietsen, terwijl ze door de applicatie gewezen worden op gevaarlijke situaties, verkeersborden, bezienswaardigheden of natuurlijk in de buurt gelegen fietsparkeerplaatsen. Maar voordat dat gerealiseerd en ontwikkeld is, zijn we wel een paar jaar verder’.

Ik wil je zien
Veiligheid lijkt een van de belangrijkste aandachtspunten voor stadsdeel Amsterdam Centrum. Zo blijkt dat er bij Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer (DIVV) nog weinig registratie bekend is van ongevallen en gevaarlijke kruispunten en verkeersdruk. Juist

met deze informatie kunnen applicatie ontwikkelaars zoals Romijn hun applicatie aanzienlijk verbeteren. Om hier tóch aandacht aan te geven, is de Fietsersbond Amsterdam daarom in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een campagne gestart: ‘Ik wil je zien’. Deze landelijke, jaarlijkse fietsverlichtingscampagne is afgelopen 28 oktober van start gegaan. De Fietsersbond zet zich als belangenbehartiger al sinds 1975 actief in voor fietsers. Om de fietsverlichtingscampagne kracht bij te zetten is er een ‘Crashmob’ gemaakt. In de campagnevideo is te zien hoe een fietser zonder licht nog maar net aan een ongeluk ontkomt. ‘Deze situatie komt dagelijks voor in Amsterdam centrum. Veel fietsers vergeten hun fietsverlichting aan te doen of hebben kapotte verlichting. Met de video en campagne willen we alle fietsers erop attent maken hoe belangrijk fietsverlichting is voor de verkeersveiligheid in de stad ’, zegt Arien de Jong van de Fietsersbond.

En zo zet men zich samen met de gemeente Amsterdam hard in om al dat ijzer en wat daar bij komt kijken, in kaart en onder de aandacht te brengen. Want voor Amsterdam is de titel ‘fietsstad’ niet zo vanzelfsprekend. Van fietsen in de gracht tot toeristen op de fiets, fietstaxi’s en stapels fietsen bij het station, het centrum kan en wil niet zonder dit prachtige, eeuwenoude vervoersmiddel. En dat is maar goed ook, want volgens het meerjarenplan fiets van Dienst Infrastructuur en Vervoer, zal het aantal fietsritten in, naar en uit de binnenstad, met nog eens 10 procent gestegen zijn. Fietsen kleuren de binnenstad, tekenen de straten en de grachten en zijn nog steeds niet weg te denken uit het Amsterdamse straatbeeld.

Foto door: Rozanne Land

Foto door: Rozanne Land